Waar zorg en welzijn vroeger werden gezien als bindmiddel, zijn ze nu vaak een steen des aanstoots voor juist die groepen die erop aangewezen zijn. Kinderopvang toeslag, de bijstand, de GGZ, woningcorporaties, de jeugdbescherming en talloze andere voorbeelden laten zien dat wantrouwen en bureaucratie heersen waar samenwerking en eigenaarschap zouden kunnen zijn.

Kunnen direct ervaren lotsverbondenheid en betrokkenheid het verschil maken in zeggenschap, beschikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen? Zijn er historische vormen van samenwerking zoals (kruis)vereniging, genootschap, coöperatie die bruikbaar zijn om nieuwe behoeften en vormen van zorg en welzijn te organiseren? Wat zijn daarvoor dan de voorwaarden? Denk aan thuis- en buurtzorg en ouderenhuisvesting, maar ook aan burgertafels voor zorg, jeugdbescherming en armoedebestrijding.

Kom op 22 januari naar de Ru Paré en praat mee!